D ook wel DF, is de dissipatie factor. Het is niks meer dan de verhouding tussen het reele en imaginaire deel van de impedantie, of te wel, de verhouding tussen de weerstand (Rs of Rp) en de reactantie ( 1/2piFC).
Je hebt dus de capaciteit, bij een bepaalde frequentie heeft die een bepaalde reactantie.
Daarnaast heb je de verliesweerstand bij die zelfde frequentie. Deze weerstand dissipeert een stuk vermogen wat je in de elco opstookt. Daarom gaat het vrij snel achteruit met je elco als de ESR hoger wordt. Bij hoge stroom wordt zo'n ding steeds warmer, waardoor hij droger wordt, daardoor gaat de oxidelaag achteruit waardoor de capaciteit afneemt etc. Een neerwaardse spiraal , vaak eindigend in een lekke elco en/of gepopte elco. Zo'n voor DC lekke elco is opletten. De ESR is daar soms erg laag, zo laag dat je denkt dat het goed is. Door dat we in circuit willen meten, willen we de output van de ESR meter minder dan 0,6V (rare waarde want dat is nog steeds te hoog voor spoelen, trafos en schottky diodes, net dat gene waar een SMPS mee vol zit. Maar 0,6V is meestal te weinig om de DC lekkage te kunnen meten. Dus je kan twee kanten op met je meetresultaat.
Tanδ is niks meer dan de tangens van de verlieshoek (bv 90-85) en gelijk aan DF. ATAN(DF) is dan de verlieshoek.
Een ideale capaciteit heeft een 90 graden fase verschil tussen spanning en stroom. Een weerstand 0 graden (vectoriaal gezien) Als je daar wat wiskunde op los laat (niet mijn sterke kant) dan krijg je door de ESR van een elco een fase verschuiving. Dat is bv -85. Tan(85) is 0,1788 en dat is weer gelijk aan D. Xc x DF ofwel 0,1788 x 1,59 (100 uF op 1 kHz) = 0,284 ohm en dat is de ESR die bij 85 graden hoort. (ik zal hier vast rekenfouten bij maken)
Voorbeeld:
100 uF op 1 kHz met een D van 0,1.
Deze heeft een reactantie Xc van 1,59 ohm
D x Xc is dus 0,1 x 1,59 ohm = 0,159 ohm. De ESR is dus 0,159 ohm
Zou D nu 0,01 zijn, dan wordt de ESR dus 0,0159 ohm voor deze 100 uF.