Ik begin je te begrijpen. Maar volgens mij denk je veel te moeilijk, of heb je een elektronica/natuurkunde docent die je de oren van je hoofd l*lt met halve informatie zonder dat je er iets wijzer van wordt. 
Het begin is écht om duidelijk te hebben wat je wilt, en dat concreet in een onderzoeksvraag te noteren.
Op 5 juni 2022 04:00:31 schreef Vincel:
We moeten rekening houden met niet alleen thermische eigenschappen van de kachel, maar ook van de kabels en het board. Het wordt onduidelijk wat verband is, echter zullen we het toch willen zien.
Elk een bijdrage. Dus een serieschakeling die weerstanden vormen, dat de totale P zal dempen. Ook het draad zal weerstand hebben afhangend aan diameter.
Oftewel: "Alle onderdelen in apparaat X beschouwen we samen als één weerstand (Rtot). Wij verwachten dat ieder onderdeel een eigen temperatuurcoëfficient heeft die Rtot beïnvloedt. Wanneer apparaat X aan staat, verwachten wij dat verschillende onderdelen zullen opwarmen, waardoor wij verwachten dat Rtot zal veranderen.
Als dat zo is, zal het opgenomen vermogen van apparaat X ook veranderen. Wij willen onderzoeken hoe het opgenomen vermogen van apparaat X verandert als gevolg van de opwarming van de diverse onderdelen."
^ Als voorzetje. Op de uni/HBO is dit nog steeds een formulering met gaten, op MBO zul je ermee wegkomen. Een mooiere/uitgebreidere formulering met bronvermeldingen mag je zelf over nadenken. Evenals waar je je temperatuur- en vermogenssensor gaat plaatsen.
Onderzoeksvraag is: Hoeveel zal P dissiperen bij een temperatuur stijging a?
Nu komen we ergens.
Twee dingen:
1. P kan niet dissiperen. P = vermogen. Opgenomen of gedissipeerd vermogen kun je uitdrukken in P.
a. "Deze kachel neemt P = 2 kW uit het lichtnet."
b. "Deze kachel levert P = 2 kW aan warmte."
Vraag: Als er nu een ventilator in de kachel zit, welke P verandert dan en waarom wel/niet?
En nog een vraag: wordt bij jullie apparaat ál het opgenomen vermogen gedissipeerd?
2. De helft van je onderzoeksvraag ontbreekt (verschil).
Je mag de onderzoeksvraag zelf correcter omschrijven met de voorzetjes hierboven.
Bv. Hoeveel vermogen neemt de straalkachel af, bij een stijging van 15 ºC?
Sorry, maar met zo'n formulering werd de rest van mijn onderzoeksrapport geeneens nagekeken. 
Na een stijging van 15 °C kan wél, met een voor- en na-meting.
Goed letten op je formulering!
Registreren we de temperatuur dan zouden we met soortelijke weerstand het aantal Ohm berekenen.
Maar...?
Tevergeefs, nogmaals laten we niet op het onderzoeksrapport richten, maar op het halen van 30A.
Laten we dat wel doen, want je onderzoeksvraag rammelt en daardoor je materiaal & methode sectie ook. Is niet erg, daarvoor vraag je tenslotte om hulp.
Nogmaals: Wat wil je met 30 A? Welk apparaat wil je 30 A doorheen sturen om de effecten van opwarming te bepalen?
Als je bijv. 30 A door een 230 V 2 kW straalkachel wilt sturen, heb je zo'n 800 Volt gelijkspanning nodig (en ontstaat 24 kW gedissipeerd vermogen, dus kort plezier van je straalkachel, nog afgezien van waar je dat vermogen vandaan gaat halen).
Met 0,1 V begin je dan niets, er stroomt dan 4 mA.
En reageert jouw apparaat überhaupt op gelijkspanning (je 0,1 V gaat gelijkspanning zijn)?
De vraag is heel simpel, hoe krijg ik 30 A met 2 accu’s? Iemand scherp zij al, koperdraad 0.4 ohm gebruiken, afknijping en hoge stroom hoppa. Dat zei mijn werkplaatsbegeleider ook. Hoe dan?!
Hitte → Weerstand, dat R = stijgt, U / I * I2 = P, I daalt harder dus P daalt.
Je bedoelt dat je draadweerstand verandert doordat de draad opwarmt? Correct.
Kun je dit effect verkleinen, bijv. door de temperatuurverandering van de draad te verminderen?
M.a.w. zijn er factoren waar je invloed op hebt? Zo ja, op welke en hoe (simpel nadenken!).
De stijging in T omgerekend naar Joule, zou gelijk aan P daling zijn, zoiets.
De opwarming van de draad omrekenen naar verloren vermogen, en daarvoor corrigeren? Veel te ingewikkeld en teveel onbekende variabelen (o.a. afkoeling naar de omgeving).
Ja het hoeft niet lang aan te blijven, inderdaad. 10-15 sec is voldoende.
In welk apparaat wil je na 10-15 seconden een effect meten?
Indien je niet direct antwoord kunt geven is dat prima, maar ik reageer er niet op want ik zoek gewoon 30 A.
30 A bij 0,1 V; welk apparaat slurpt in vredesnaam zoveel stroom bij die spanning? Ik ken er geen.
Lang verhaal kort: je verhaal klopt op elektronisch vlak nog niet, je onderzoeksvraag rammelt nog, je materiaal & methode rammelt. Zonder verdere uitwerking van jullie kant kunnen wij geen zinnige antwoorden geven op je vragen.