Op donderdag 21 november 2024 13:38:36 schreef Robbe de Smet:
De triplen harmonischen die kunnen optreden in de fasen zijn geen 120 graden verschoven maar kunnen bij elkaar opgeteld worden (in de neuter).
Ze zijn wel 120 graden verschoven, maar dat is 'gemeten op de grondfrequentie'. Op de derde harmonische is dat 360 graden; ze tellen in N dus inderdaad op.
In de tijd bekeken: de pulsen van L1-2-3 lopen ook in de N, onafhankelijk van elkaar en achter elkaar in tijd; hun effecten tellen dus gewoon op.
--
Kan de N een grotere stroom voeren dan de fasen doen? Het is grappig dat eens uit te rekenen.
De harmonischen ontstaan doordat de stroom impulsvormig verloopt, en dát komt weer doordat de stroom in de fluorescentieverlichting waarom het gaat pas gaat lopen als de spanning groter wordt dan de ontsteekspanning. (Ik bedoel hier de herhaaldelijke ontsteekspanning 'van cyclus tot cyclus', als de buis in werking is; niet de allereerste ontsteekspanning voor een koude buis.)
Bij een symmetrische driefasenbelasting door de verlichting lopen door N alleen de harmonischen. Als de totale effectieve stroom in N net zo groot zou zijn als de effectieve stroom in één van de fasen, dan moet dus het effectieve harmonischen-aandeel per fase 1/3 van de totale effectieve stroom zijn.
Het is uit te rekenen bij welke ontsteekspanning dat is (hoe hoger, hoe 'piekeriger' de stroom is, en dus hoe meer harmonischen). Het blijkt dat dit het geval zou zijn bij een ontsteekspanning van 162 V.
Ik denk dat de meeste verlichting niet zulke hoge 'per cyclus' ontsteekspanningen heeft, maar ben in de agro-sector niet thuis. Wie heeft gegevens van de gebruikte verlichting?