Ik ben feitelijk niet overtuigd van het systematisch verslechteren van consumentenelektronica. Om te beginnen hebben we een veelvoud aan elektronica in onze huizen vergeleken met vroeger, hetgeen het aantal kapotte toestellen per persoon opdrijft. Vroeger was niet alles beter, en zat er ook veel kaf tussen het koren. Daarenboven was het kaf van toen veel duurder dan het koren van vandaag, dus ik durf zelfs zeggen dat per Euro besteed, de duurzaamheid enorm gestegen is.
Ten tweede zijn produkten waarvan de kost van de grondstoffen (ijzer, koper) een groot deel uitmaken van de uiteindelijke kostprijs, nu veel meer geoptimaliseerd om verspilling van grondstoffen te vermijden. Dat zie je voornamelijk in dingen zoals motoren, transformatoren, witgoed algemeen. Het over-engineeren van vroeger - wat feitelijk op gokken neerkwam omdat men niet de falingsmechanismen onderstond, heeft nu plaats gemaakt voor een geoptimaliseerd design voor een bepaalde MBTF, en waarbij men naar boven of naar beneden schroeft om een Zanussi danwel een Miele te bouwen. Dit gaat veel minder op voor elektronica, omdat de kostprijs van grondstoffen immateriëel is in de kostprijs voor de consument.
Wat wel is veranderd daarentegen, is de toegankelijkheid tot een categorie produkten, zonder uitzondering komende uit China, waarbij de Chinezen het optimaliseren hebben gedaan. Optimaliseren in China betekent cutting corners, en de goedkoopste componenten vinden die er zijn, met geen respect voor de levensduur van het produkt. Deze categorie was er vroeger ook al, maar omdat bedrijven zoals Philips niet de logistiek hadden om zinvol van deze categorie te kunnen profiteren, was een onbekend ping chang wong merk de manier bij uitstek om te vinden wat je zocht.
Wat ook is veranderd, is de economische kant van de zaak. De geopolitiek rond de globalisering heeft als gevolg (al dan niet bedoeld) dat we nu toegang hebben tot - naar Westerse maatstaven - gratis werkkracht. De Yuan is veel goedkoper dan vroeger (keuze van de Chinese overheid), en voor westerse consumenten is de keuze is groter omdat je de produkten nu op iedere hoek kan kopen.
De laagste klasse produkten (Blokker/Aldi/... radiootjes van 99 cent bijvoorbeeld) zijn nu veel goedkoper dan vroeger, waardoor wat vroeger een duurzaam produkt was, nu wordt gekocht als een wegwerpartikel. Hetgeen de productie stimuleert, hetgeen het aanbod verbreedt, enz.
Het resultaat is dat het koopgedrag van de westerse consument is veranderd, en omdat radio's bijvoorbeeld vroeger duurzame produkten waren, denkt men dat de duurzaamheid van de wegwerpradio's niet aan de eisen voldoet. You get what you pay for, maar dat wil men niet aanvaarden.
Ik wil maar zeggen, als je vandaag een TV, wekkerradio, enz. koopt, en enigszins in dezelfde klasse blijft, krijg je meer betrouwbaarheid voor hetzelfde geld.
Om nu maar een TV als voorbeeld te nemen - een middenklasse TV van een redelijk merk kostte 20-30 jaar geleden misschien iets van rond de 1000 Euro (in Euro's van vandaag). Een middenklasse TV vandaag de dag, vind je misschien voor 500 Euro. Het feit dat er een even grote TV te koop staat voor 200 Euro, van een Chinese corner cutter, zegt niks over de kwaliteit van de middenklasse van vandaag. Maar omdat je vroeger nauwelijks aan een TV uit die categorie kon komen, denken mensen dat deze categorie nu de vervanger is van de "normale" TV's van vroeger.
Dit gaat uiteraard niet op voor ieder merk, overal en altijd, en je zou bijvoorbeeld het argument kunnen maken dat sinds bijvoorbeeld Philips consumentenelektronica in China laat maken, de Philips kwaliteit gedaald is. Dat zou best wel kunnen. Maar het werkt ook in de omgekeerde richting - Samsung LG, 30 jaar geleden beter bekend als bottom-of-the-barrel onder de naam Goldstar, is vandaag de dag heel dichtbij de top qua duurzaamheid.
In principe vind ik de "houdbaarheidsdatum" onnozel, maar toch ben ik een voorstander van het duidelijk maken aan de gebruiker uit welke categorie ze nu een produkt kopen. Hoe je dat met een gestandaardiseerde test doet, weet ik niet, maar de voedingsindustrie heeft iets vergelijkbaars kunnen doen (voedingswaarde tabelletjes), de auto-industrie heeft het kunnen doen (EU/US emissies, verbruik), dus zal dit ook wel lukken. We zouden kunnen beginnen met het publiceren van Field Failure Rates voor ieder product. Ik werk voor een bedrijf dat consumentenelektronica bouwt, en voor alles wat wij maken hebben wij return en repair data tot op honderden van een procent nauwkeurig. Ook zijn er standaarden die een produkt moet halen. Stel dat de FFR voor een bepaald produkt 3% op 24 maanden is, dan krijgen sommigen hun bonus niet als in de praktijk het bijvoorbeeld 4% is. (de cycli zijn korter dan 24 maanden, maar de geplande levensduur van het produkt is 2 jaar).
Stel, je staat in de winkel. Twee 47" TV's. Een - ik zeg maar iets - Sony voor 799 Euro, en een hoelawoela merk voor 499 Euro. Beeld lijkt vergelijkbaar, functies lijken vergelijkbaar. Als de Sony sticker een FFR op 24 maanden zou weergeven van 1.8%, en de hoelawoela 13.7%, zou dat je koopgedrag beïnvloeden?
Het zou nog best kunnen dat de 499 Euro statistisch gezien een betere koop is, maar dan weet je tenminste wat je koopt.
(*) Historic performance is no guarantee for future reliability
(**) Wij hebben een Samsung LG TV, die drie keer in het eerste jaar weg is geweest voor herstelling. Toch koop ik een nieuwe Samsung LG zonder wroeging. Ook een Samsung, trouwens 